Gevlucht. En dan woon je ineens in Utrecht
Hij moest alles achterlaten toen hij uit Syrië naar Nederland vluchtte. Hoe is het om in een vreemd land opnieuw te beginnen? Ali Taifour (30): "Nederland is geweldig, maar ik mis Syrië wel."
"Kom binnen, hoe is het?", zegt Ali met een glimlach. Hij spreekt inmiddels een beetje Nederlands. In de woonkamer van zijn flat aan de Stanleylaan serveert hij sterke Syrische koffie met kardemon erin. In september 2015 vluchtte Ali vanuit Syrië naar ons land. Hij woonde in Aleppo, midden in het oorlogsgebied. Daar studeerde hij architectuur en werkte hij als acteur in een theatergroep. Ook hield hij zich bezig met schilderen en ontwerpen. "Het was niet meer veilig in Aleppo. Als ik zou blijven, moest ik kiezen tussen allemaal dingen die ik niet wilde: vechten, de gevangenis in of vermoord worden. Vechten wilde ik beslist niet, ik zou nooit een ander mens kunnen doden. Daarom koos ik ervoor om alles achter me te laten en te vluchten. In mijn eentje."
Huis voor zichzelf
Ali moest al zijn bezittingen in Syrië achterlaten. Hij kwam in Utrecht terecht, waar hij de eerste zeven weken met 800 anderen in de Jaarbeurs sliep, in één grote ruimte. "Dat was erg moeilijk. Je hebt geen enkele privacy en ik sprak bovendien geen Nederlands en geen Engels toen ik hier kwam. Ik koos ervoor om eerst Engels te leren, zodat ik mijn studie architectuur kan afmaken – die is in het Engels. Later ga ik me storten op Nederlands."
Na bijna een jaar in een asielzoekerscentrum kwam hij op Kanaleneiland terecht. Hij is ontzettend blij met een huis voor zichzelf.
"In Syrië kennen ze geen sociale woningbouw. Als je daar geen geld en familie hebt, slaap je op straat. Hier is het goed geregeld."
Hij richtte het huis naar zijn smaak in met tweedehands meubels. Eén muur in de woonkamer schilderde hij precies zoals die in zijn huis in Aleppo, om zich sneller thuis te voelen. "Wel dunne muren hier", grijnst hij, want hij hoort de buren vaak goed. "Als architect zeg ik: die kunnen wel wat geluidsisolatie gebruiken."
Vrijheid
Inmiddels heeft hij veel kennissen in Nederland, maar helaas niet in zijn eigen buurt. Het is niet zo makkelijk om te integreren met de buren, merkt hij. Ze zeggen gedag als ze elkaar tegenkomen, maar daar blijft het meestal bij. Met de bovenbuurman maakt hij af en toe een praatje in het trappenhuis. "Ik vind het juist fijn om anderen écht te leren kennen. Er zijn zoveel verschillende culturen hier in de buurt. Het zou mooi zijn als Bo-Ex een bijeenkomst zou organiseren met allemaal mensen uit verschillende culturen, met muziek en eten. Dan kom je verder dan alleen 'hoi' zeggen."
Ali's hart ligt nog in Syrië. "Ik mis sommige dingen van daar die hier anders zijn. De gastvrijheid bijvoorbeeld. In Syrië kun je gewoon onverwacht bij elkaar langs, de deur staat altijd open. In Nederland pak je eerst je agenda om een afspraak te maken. Daar moet ik aan wennen." Ook zijn familie mist hij, van wie de meesten inmiddels net als hij zijn gevlucht. "Iedereen zit ergens anders, onder andere in Saoedi-Arabië en Turkije."
Ali Taifour, gevlucht uit Syrië
''In Syrië kennen ze geen sociale woningbouw. Als je daar geen geld en familie hebt, slaap
je op straat. Hier is het goed geregeld.''
Toch is het ook heel fijn in Nederland, zegt hij. "De vrijheid hier is heerlijk. Als iemand iets doet wat je niet oké vindt, kun je dat eerlijk zeggen. Mensen respecteren elkaar. De democratie is ook geweldig, ik wist niet dat het zo kon. Syrië is altijd een dictatuur geweest."
Als statushouder kan Ali ieder geval vijf jaar hier blijven. "Zolang het oorlog blijft in Syrië kan ik niet terug, misschien nooit meer. Maar als de oorlog stopt, moet ik terug. Soms denk ik: nu bouw ik hier van alles op en misschien raak ik dat ook weer kwijt. Dat geeft stress. Toch ga ik door, ik kan niet wachten op meer zekerheid."
Voorbereiden op de toekomst
Anderhalf jaar geleden richtte Ali fingers.group op, een artistieke groep van kunstenaars uit Syrië. Ook werkte hij de afgelopen jaren vrijwillig in verschillende organisaties en bedrijven. Als hij zijn studie architectuur heeft afgerond, wil hij graag een betaalde baan. Afgelopen najaar volgde hij een project van New Dutch Connections, een organisatie die met de hulp van bedrijven statushouders helpt een plek te vinden in de samenleving. Via trainingen en coaching van professionals krijgen ze inzicht in hun wensen en mogelijkheden. Bo-Ex, Mitros en Portaal namen de statushouders bijvoorbeeld tijdens workshops mee in het werk van een corporatie. Ali vond het fijn om mee te mogen doen aan New Dutch Connections. "Ik weet nu beter hoe het hier werkt als je een baan zoekt. Verder heb ik veel mensen ontmoet. Dat helpt me bij mijn weg vinden in Nederland."